Gelukkig hebben we de erfgetuigen nog!
Een pleidooi voor meer schuurmiddel in de erfgoedsector
Op de grote glazen deur van een voormalige fabriek prijkt een prachtige zwart-wit foto met heuse arbeiders. Zoals de veelgebruikte zwarte plakzwaluw voorkomt het dat mensen hun hoofd stoten aan die transparante moderniteit. Deze foto is echter vooral een bijna tastbaar eerbetoon aan de geschiedenis van herbestemd erfgoed. Bíjna tastbaar, maar niet helemaal. En dat is jammer. Want vaak zijn er nog levende, aanraakbare erfgetuigen die met veel plezier vertellen over ‘hun’ oude habitat. Nu de vastgoedcrisis voorbij is, de druk op binnensteden toeneemt én de erfgoedsector zoekt naar vermaatschappelijking is er volgens mij zelfs meer nodig dan vertellen. Erfgetuigen moeten vaker het schuurmiddel zijn dat onze toekomst laat glanzen.
Voorbij de stolp
Kerken, fabrieksterreinen, kloosters en complete forten. De laatste twee decennia kregen veel stenen erfenissen een nieuwe toekomst. Er is door veel partijen hard gewerkt, veel tijd en geld geïnvesteerd om die sprong te maken. Nederland is er duidelijk mooier op geworden door gezamenlijke inspanning van overheid en marktpartijen. De variatie van nieuwe bestemmingen groeide, er mócht ook meer met een monument: ergens in Limburg werd zelfs een kerk doormidden gezaagd. Erfgoed werd letterlijk en figuurlijk beter benaderbaar. Je mag het nu aanraken, gebruiken, naar je hand zetten: de tijd van steen-onder-stolp ligt ver achter ons. ‘Behoud door ontwikkeling’ heet dat onder erfgoedprofessionals en dat adagium heeft ons veel gebracht.
We ontdekten de economische waarde van erfgoed. De harde euro’s van oude stenen. Herbestemming kreeg een prominentere plek in spreadsheets van grondbedrijven en ontwikkelaars. De crisis werkte daarbij achteraf gezien als een nuttige adempauze. We namen de tijd voor nieuwe rekenmodellen en hadden geduld met pionierende gebruikers in vele soorten en maten. Een oefening in vastgoedmindfulness.
Betrek erfgetuigen als bron
van kennis en kunde
Van recentere datum is de oproep meer aandacht te besteden aan zachte kant van erfgoed, de atlas van persoonlijke verhalen. Dat zou kunnen helpen de symbolische waarde van erfgoed te versterken, om het een inspirerende en richtinggevende rol te geven in het verbinden van verleden en heden. Erfgoedprofessionals reppen over vermaatschappelijking als sleutelwoord, over het actief zoeken naar verbinding met grote ruimtelijke opgaven en nieuwe opdrachtgevers. Ze roepen op om voorbij het object te kijken en het karakter van een gebied (de ‘sense of place’) als vertrekpunt te nemen. En last but not least om daarbij meer dan voorheen de burgers en erfgetuigen te betrekken als bron van kennis en kunde. De sector is op dit punt nog zoekende, stelt zichzelf de vraag hoe dit er precies uit zou moeten zien.
Risico’s en worstelingen
De vraag is of de erfgoedsector veel tijd krijgt om te zoeken. Nu de financiële crisis voorbij is draait de wereld in een pittig tempo door. Zo roept een forse woningbouwopgave om actie en vindt het internationaal vastgoedkapitaal haar weg terug naar de binnensteden. De roep om inclusieve steden dreigt onder te sneeuwen.
Natuurlijk, de Omgevingswet staat op de rol. Dit juridische vehikel verplicht plannenmakers te luisteren naar de directe omgeving en biedt ook ruimte aan erfgoedbelangen. Maar oplettende critici menen dat er onder deze wet grote – nauwelijks besproken – vragen schuilgaan over tweedeling, over het eigenaarschap van de stad en over de kwaliteit van democratie en rechtsstaat. Vrolijk workshoppen we ons suf (‘Van omgevingswet naar omgevingspret!’) maar vragen ons zelden af echt of die wet de burger machtiger of juist machtelozer maakt ten opzichte van de al gebaande paden tussen lokaal bestuur en de vastgoedmarkt.
Op veel plaatsen beloven gemeenten en ontwikkelaars het DNA van een gebied te respecteren, zelfs als vertrekpunt te nemen. Er verschijnen vervolgens de bijbehorend ronkende teksten en glossy folders. Ondanks die goede wil blijft het vaak een worsteling, lonkt de toekomst tóch meer dan het verleden, en bouwen professionele partijen slechts op geduldig papier voort op de schouders van voorgangers. Zelden stáán ze waarachtig schouder-aan-schouder.
Zo bewijzen we als samenleving
slechts lippendienst aan de rijke historie
We laten het bij erkentelijkheid voor de leuke foto’s, het historisch filmmateriaal en wat anekdotes ergens onder de knop ‘historie’ op de website. Zo bewijzen we als samenleving slechts lippendienst aan de rijke historie, zetten een mentale stolp over dit gedachtegoed. Jammer, want het heilig vuur van deze direct betrokkenen heeft juist baat bij zuurstof.
Erfgetuigen in drie rollen
Hoe breken we door die stolp, hoe blazen we het vuurtje aan? Mijn oproep is om vaker eerst eens voorbij die te transformeren kerken, fabrieksterreinen, kloosters of forten te kijken. Om parochianen, arbeiders, nonnen en militairen te ontwaren. Om via die erfgetuigen in echt contact te komen met het verleden.
Toch blijft het te vaak een bijrol,
een gastoptreden als figurant
Erfgetuigen. Je komt ze regelmatig tegen in of rond dat herbestemde erfgoed. Wie de tijd neemt voor een praatje beluistert gemengde gevoelens. Ze zijn eigenlijk best trots op de positieve aandacht voor hún plek, en toch ook weemoedig over hoe diezelfde plek straks nooit meer hetzelfde zal zijn. Ze hebben hier vele meters liggen. Bloed, zweet en tranen vergoten. Velen van hen zijn bereid en in staat die gemengde gevoelens om te zetten in een nieuwe betrokkenheid bij de plek waar ze hun sporen hebben liggen. Hun sporen hebben verdíend. En op het eerste gezicht lijkt dat ook wel te lukken. Veel erfgetuigen spelen op een of andere manier een rol bij de herbestemming van erfgoed. Toch blijft het te vaak een bijrol, een gastoptreden als figurant.
Wie verder nadenkt over het woord ‘getuige’ ontdekt dat er meer mogelijk is. Als ik het begrip ‘getuige’ probeer te ontrafelen zie ik drie aspecten, drie mogelijke rollen die bijdragen aan het – letterlijk – levendig houden van onroerend goed:
- Getuigen óver: zij waren erbij, kunnen en wíllen desgevraagd met plezier dat verhaal uit eerste hand vertellen. Of hun oude foto’s laten scannen, een Facebookpagina te liken.
- Getuigen ván: in een actievere rol tref je de mensen aan die hun betrokkenheid omzetten in structureel vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld als stadsgids of websitebeheerder.
- Getuigen vóór…of tégen: deze betrokkenen hebben een neus voor de onderliggende conflicterende belangen die bijna altijd een rol spelen bij herbestemming. Zij doorzien gelikte marketingtaal, gaan desnoods de strijd aan en komen volhardend op voor ‘hun’ DNA. Ze bewaken met een open blik op de toekomst hun perspectief op het verleden. En idealiter leggen ze zo de échte verbinding met nieuwe generaties.
Schurend pionieren!
Mijn indruk is dat we erfgetuigen met liefde en plezier inschakelen op de eerste twee rollen, maar dat er nog weinig echt goede voorbeelden zijn van die derde rol. Gezien de risico’s die ik hierboven beschreef moet het diepgaande gesprek daarover snel beginnen. Welke gemeente of ontwikkelaar gaat pionieren? Beter nog, welke club erfgetuigen pakt zelf deze rol? En dat het af en toe flink zal schuren als we dit een serieuze kans geven is helemaal niet erg. Het is – zoals het spreekwoord zegt – een voorwaarde om de toekomst te laten glanzen.
Praat mee over erfgetuigen op LinkedIn:
klik hier en laat uw reactie achter.
Bronnen:
Bayer, M. e.a. (2014) Terug naar de fabriek; 25 industriële iconen met nieuwe energie
Bruchner, F. (2017) De nota Belvedere: bestemming bereikt?
Franzen, A. (2017) Hoog tijd voor inclusieve steden
Gelinck, S & F. Strolenberg (2014) Rekenen op herbestemming
Janssen, J. e.a. (2013) Oude sporen in een nieuwe eeuw; de uitdaging na Belvedere
Soeterbroek, F. (2017) De omgevingswet is geen feest voor lokale democratie
Strolenberg, F. (2017) Presentatie 3 oktober 2017 in De Soete Moeder, Den Bosch.